Emma was nog geen drie minuten binnen of ze kwam meteen to-the-point: ‘Ik wil naar de bestuursdienst overstappen en over tien jaar staatssecretaris zijn. Kun je mij hierbij helpen?’. Wow! Met deze uitgesproken ambitie verraste ze me. Haar manier van binnenlopen had een bepaalde verwachting geschept maar deze ambitieuze doelstelling kwam toch onverwachts. Ik vroeg een beetje uitdagend – en een tikkeltje overdonderd – waarom ze niet gelijk voor het hoogst haalbare zou gaan zoals minister, of minister-president. ‘Ja hoor,’ antwoordde ze enthousiast. Die carrière zag ze zeker voor zich.
Ik stond perplex. Van haar ambitie, haar doelgerichtheid en van het lef dat ze had om zich zo uit te spreken. Het benoemen van dit soort ‘grote’ ambities is erg on-Nederlands en horen we maar zelden van vrienden en collega’s. Het maakt ons ongemakkelijk, we vinden het arrogant en we beoordelen het als te voortvarend. Maar het grootste gevaar rondom dromen is de teleurstelling die erbij komt kijken. Wat nou als je hardop uitgesproken droom niet uitkomt? Of dat je alleen maar in een frustrerende vicieuze cirkel belandt omdat je niet weet waar je moet beginnen? Als resultaat van deze angsten dooft het vuurtje en ga je (helaas) weer verder met je bezigheden van alledag.
Maar waarom is het dan toch de moeite waard om te blijven dromen? Als loopbaancoach weet ik inmiddels dat blijven dromen een belangrijke functie heeft. Stukjes uit je dromen vormen de leidraad voor een concreet doel. Waar droomde je van als kind? En wat maakt dat je dat nu niet durft te realiseren? Als je je dromen serieus neemt, geeft dat een nieuwe dosis focus en energie. Maar, dat lijkt voor ons nuchtere Nederlanders misschien makkelijker gezegd dan gedaan. Het liefst zouden we (excuse my French) de ballen hebben die Emma bezit. Probeer daarom je ratio te laten voor wat het is en kijk naar je dromen alsof het bouwplannen zijn: je eerste stap naar concrete uitvoering.
In de dagen na de kennismaking met Emma kreeg ik bewondering voor haar verfrissende toekomstperspectief. Ook Emma’s ambitie was klein begonnen. Als kind verlangde ze naar een gezonde, duurzame leefomgeving. Haar wetenschappelijke en journalistieke ervaring en maatschappelijke betrokkenheid waren ingrediënten voor de grote droom om écht iets te kunnen betekenen. Dus daar zat ik, perplex in mijn stoel met tegenover mij Emma die in de startblokken stond, klaar om haar droom te verwezenlijken. Eerst moest ik mijn Nederlandse opvatting even wegslikken om vervolgens open-minded en constructief met haar aan de slag te gaan. Stapje voor stapje hebben we rollen, functies en scenario’s uitgewerkt met een bijbehorende pitch, communicatiestrategie en netwerkplan.
Even was ik ook weer terug bij de dag waarop mijn eigen droom helder werd. Mijn ervaring leert me dat als je ‘het’ niet meer weet, je een lange tijd onwetend rond kunt blijven lopen. Na lang wikken en wegen heb ik mezelf gedwongen om het engste maar tegelijkertijd ook allerleukste gaan doen, mezelf vestigen als zelfstandig loopbaancoach. Ik herken en snap de uitdagingen waar Emma voor staat. Waar we trouwens allemaal voor staan. De les die ik wederom mocht leren van Emma is dat dromen zeker geen bedrog zijn. Je moet ze alleen niet zien als zoethoudertje maar ze laten spreken en uitvoeren. Begin klein en denk steeds een stukje groter. Net zoals Emma. Want ik heb zomaar hele goede hoop dat we haar over tien jaar zien schitteren in ons kabinet.
Dit is nummer 3 van 10 verschillende en bijzondere verhalen in het kader van mijn 10-jarig jubileum.